Individueel beoordelen bij groepsproducten onmogelijk? Borgen van individuele bijdrage aan een groepsproduct lastig? Zo kan het!

Bij het beoordelen van groepsproducten zoeken docenten vaak naar instrumenten om individuele studenten te stimuleren tot het leveren van hun bijdrage. Daarnaast zoeken zij ook naar manieren om bij groepswerk tot een beoordeling te komen die de prestatie van de individuele student weerspiegelt. In het hbo werken opleidingen steeds meer met praktijkopdrachten. Dit zijn veelal opdrachten waar studenten in groepen aan werken. Het zijn vaak grotere onderwijseenheden waar ook meer studiepunten aan zijn gekoppeld. Je wilt aan het eind van de studie wel garanderen dat de student die het diploma krijgt zelf het eindniveau heeft. Je wilt dus voldoende individueel beoordelen of zeker weten dat de student een bijdrage heeft geleverd aan groepsproducten. In dit stuk staan een aantal concrete handvatten voor docenten. Bij het ontwikkelen of verbeteren van groepsopdrachten kun je als docent(enteam) zelf bekijken welke (combinatie van) aanpak(ken) je inzet.

De aanpakken voor het stimuleren van de individuele bijdrage aan groepsproducten deel ik in twee categorieën in. De ene categorie bestaat uit werkwijzen die zich richten op het komen tot een individuele beoordeling bij groepsproducten. De tweede categorie omvat werkwijzen die de student via de opdracht aanzetten tot het leveren van hun individuele bijdrage. Hieronder worden binnen elke categorie een aantal werkwijzen besproken. Je kunt de werkwijzen in beide categorieën in combinatie gebruiken.

Manieren om tot een individueel cijfer te komen bij groepswerk

Er zijn verschillende werkwijzen die je kunt inzetten om individueel te beoordelen als er sprake is van een groepsproduct. Deze manieren zijn alleen te gebruiken als in het Onderwijs- en Examenreglement (OER) bij de betreffende toets staat vermeld dat het een combinatie van groeps- en individuele beoordeling betreft. De voorbeelden zijn uitgewerkt voor een groep bestaande uit 3 studenten.

1. Groepsproduct + individueel deelproduct of individuele losse opdracht(en).

Er worden vier producten ingeleverd en door de docent beoordeeld: de drie deelproducten van de individuele groepsleden en het gemeenschappelijke eindproduct. Lastig bij deze werkwijze is dat het aandeel van de individuele taak ten opzichte van de groepstaak vaak moeilijk te wegen is. Daarnaast is het lastig om individuele taken te formuleren die qua omvang en moeilijkheid vergelijkbaar zijn en daarmee om deze uniform te beoordelen.

2. Groepscijfer + individuele differentiatie

Bij deze aanpak is er sprake van een groepscijfer waarin je individuele differentiatie aanbrengt op basis van criteria. Denk hierbij goed na over deze criteria. Wat wil je individueel stimuleren en beoordelen? Gaat dit bijvoorbeeld om criteria op het gebied van samenwerken, of andere inhoudelijke criteria, of ‘alleen’ om wie er een evenredige of geen evenredige bijdrage heeft geleverd? Deze aanpak kent twee vormen; te weten:

  1. Individuele differentiatie bepaald door studenten.
  2. Individuele differentiatie bepaald door docent.

Hieronder staan drie voorbeelden:
Voorbeeld 1: twee bonuspunten per student verdelen bovenop basiscijfer

De beoordelaar beoordeelt het groepsproduct en geeft dit een cijfer. Alle studenten krijgen een basiscijfer dat 2 punten lager is dan het cijfer voor het groepsproduct. De bonuspunten worden onderling verdeeld, door de studenten of de docent. Hierbij geldt dat de punten verdeeld worden op basis van criteria. Dit kunnen criteria zijn die gaan over de mate waarin de student heeft bijgedragen aan het groepsproces. Het kunnen ook criteria zijn die gaan over meer inhoudelijke criteria. De studenten geven elkaar feedback en ranken elkaar op de criteria en verdelen corresponderend de bonuspunten. Als de studenten de bonuspunten verdelen, doen zij een voorstel dat de docent accordeert (en evt. nog aanpast). Studenten moeten in het begin wel begeleid worden bij het voeren van dit gesprek, zodat het verdelen van de punten echt op basis van de criteria gaat en zij elkaar op een correcte wijze feedback geven. Uitgangspunt hierbij is dat het in principe niet kan zijn dat alle studenten 2 bonuspunten krijgen. Tenzij iedere student echt gelijk heeft gepresteerd op de criteria. Deze werkwijze is bedoeld om de variatie in studentprestatie in de beoordeling tot uiting te laten komen.

Bij een groep met 3 studenten en een 7 voor het groepsproces, krijgen de studenten een 5 als basiscijfer. Totaal verdelen zij, of de docent, onderling 6 bonuspunten, waarbij het kan zijn dat een student 0 bonuspunten krijgt. Je kunt het aantal te geven bonuspunten maximaliseren (bijv. + 2 of +3 ten opzichte van het groepscijfer).

Voorbeeld 2: Gering aantal bonuspunten bovenop groepscijfer

De beoordelaar beoordeelt het groepsproduct en geeft een cijfer. Als er 3 groepsleden zijn, is er maximaal 1 bonuspunt te verdelen. Bij 5 groepsleden maximaal 2 en bij 7 groepsleden maximaal 3. Ook hier kan je ervoor kiezen om de studenten deze bonuspunt(en) te laten verdelen of dit als beoordelaar te doen. Als er sprake is van meer dan één te verdelen bonuspunt kun je deze aan één student geven of verdelen. Deze werkwijze is bedoeld om (alleen) excellerende studenten te belonen.

Voorbeeld 3: Groepscijfer + individuele beoordeling samenwerking/projectmatig werken

In deze variant levert de groep haar groepsproduct op. Naast de inhoudelijke criteria voor het groepsproduct wordt apart een oordeel gegeven voor ‘bijdrage aan het groepsproces en groepsproduct’ of voor het samenwerken en/of projectmatig werken. In de beoordelingsrubric of het beoordelingsformulier neem je naast de toetscriteria voor het groepsproduct hier apart een (of meer) individueel toetscriterium voor op. Hierbij worden dezelfde categorieën gebruikt als bij de overige toetscriteria1. In de rubric geef je aan welk gewicht dit toetscriterium heeft (hoeveel het meetelt in het geheel). Het oordeel op dit punt kan ook tot stand komen op basis van peer feedback. De docent neemt het oordeel uit de peerfeedback dan over in de beoordelingsrubric.

3. Studenten verdelen onderling alle punten van het groepscijfer

In deze aanpak beoordeelt de assessor het groepsproduct. Hij geeft bijvoorbeeld een 7. De studenten verdelen dan onderling totaal 3 x 70 = 210 punten.

Manieren om studenten te stimuleren tot individuele bijdrage aan het groepswerk, in geval van een groepsbeoordeling

Er zijn een aantal werkwijzen waarmee je de student door middel van de fasering in de opdracht kunt stimuleren tot het leveren van een individuele bijdrage. Deze aanpakken kun je altijd gebruiken, ook als in de OER bij de toets vermeld staat dat het een groepsbeoordeling betreft.

1. Individuele activiteiten als onderdeel van de aanpak

Als het product dat beoordeeld wordt een groepsproduct is, kan je door middel van de fasering in de aanpak stimuleren dat studenten individueel hun bijdrage leveren. Bij het uitwerken van de opdracht voor de student werk je de aanpak uit. Je beschrijft uit welke fasen of deelopdrachten de opdracht bestaat en wat de studenten in welke volgorde doen om tot het eind(groeps)product te komen. Je kunt hierbij deelopdrachten als individueel uit te voeren opdrachten opnemen. De groep werkt daarna op basis van de individuele uitkomsten in de volgende fase gezamenlijk verder. Let erop dat je alleen deelopdrachten tot een individuele opdracht maakt waarvan het logisch in het proces is om ze individueel te uit te voeren.

Hieronder staan een tweetal voorbeelden. Bij elke stap staat vermeld of de studenten deze individueel of als groep uitvoeren. De vetgedrukte producten zijn de groepsproducten die worden beoordeeld.

Voorbeeld 1: gebaseerd op opleiding Creative business Hogeschool Inholland, module Creative Agency.

Concepting. Komen tot 100 ideeën en uit de 100 ideeën tot 5 concepten komen. Alle concepten bij elkaar leggen en als groep beargumenteerd 5 concepten kiezen uit het totaal. Haalbaarheidsonderzoek van de 5 concepten.
Ieder groepslid voert haalbaarheidsonderzoek van 1 concept uit.
Haalbaarheidsonderzoeken bundelen in rapport & op basis van uitkomsten samen komen tot voorkeur. Voorkeur verwerken in een advies.
Pitchen concepten & advies. Keuze concept door de opdrachtgever.
Produceren concept.
Individueel Groep Individueel Groep Groep

Voorbeeld 2: gebaseerd op opleiding Tourism management Hogeschool Inholland, semester ’t Landt al!.

Beleidsanalyse, verdelen wie welk beleidsdocument analyseert. Bundelen beleidsanalyses tot 1 geheel.
Analyserapport
Onderzoeks- aanpak & onderzoeks- instrumenten ontwikkelen Uitvoering onderzoek op locatie. Bundelen onderzoeksresultaten tot 1 geheel en analyseren resultaten. Advies op basis van analyse.
Onderzoeksrapport incl. advies
Individueel Groep Groep Individueel Groep Groep

2. Voorwaardelijke eisen op individuele bijdrage

Je kunt ook als voorwaardelijke eis bij een groepsproduct opnemen dat specifieke individuele producten of bijdragen zijn bijgevoegd als bijlage. De zaken die je voorwaardelijk vraagt bij te voegen zijn een bewijs van individuele actieve bijdrage. Dit hangt samen met deelopdrachten die studenten individueel uit hebben gevoerd. Let erop dat je de individuele bijdrages niet inhoudelijk beoordeelt. Het gaat alléén om de check of ze zijn bijgevoegd!

Als individuele bijlagen niet zijn bijgevoegd, dan krijgt die student een 1. Het is immers voorwaardelijk. Dit kost hem zijn toetskans. De student gaat dan op voor de herkansing, toetskans 2. De overige studenten in de groep, krijgen allemaal wel het groepscijfer voor kans 1, als zij wel de voorwaardelijke individuele bijlage hebben bijgevoegd.

Hieronder staan een aantal voorbeelden van individuele producten die je als voorwaardelijk kunt vragen:

  • Een logboek van het groepsproces waarin ieders individuele bijdrage staat benoemd. Inclusief akkoord/handtekening door alle groepsleden.
  • De losse haalbaarheidsonderzoeken zijn bijgevoegd, voorzien van naam van elke student (voorbeeld 1 op pag. 3)
  • Van iedere student is een A4 met de factsheet van zijn beleidsanalyse bijgevoegd, voorzien van naam (voorbeeld2 op pag. 3).
  • Minimumaantal per persoon uitgevoerde interviews of afgenomen enquêtes. De lijs van uitgevoerde interviews isbijgevoegd, incl. welke student deze heeft afgenomen (voorbeeld 2 op pag. 3).

3. Formatieve evaluatie van individuele deelproducten

Je kunt in het proces inbouwen dat individuele deelproducten formatief worden geëvalueerd. Dit kan door middel van feedback door peers, de coach of door de student zelf. Bij peer- of zelfevaluatie is het aan te raden dat de student feedback geeft op basis van criteria, bijvoorbeeld door de beoordelingsrubric te gebruiken. De student krijgt dan informatie over waar hij staat ten op zichte van waar hij naartoe moet.

De student krijgt, bij gebruik van peer evaluatie, zelf ook formatieve informatie als hij een product van een andere student van feedback voorziet. Hij werkt daarbij dan namelijk met de toetscriteria en gaat deze beter begrijpen. En hij ziet in het product van de andere student hoe het ook kan. De inzichten die hij daarbij opdoet kan hij gebruiken bij het verder brengen van zijn eigen product of het groepsproduct.

Het inzetten van formatieve evaluatie kan de student stimuleren een product op te leveren waar hij achter staat en waar hij energie in heeft gestoken. Dit geldt vooral als anderen het product van feedback voorzien.

Tot slot

Het is belangrijk dat je bewust kiest welke werkwijze of welke combinatie van manieren je gebruikt. Denk na welke combinatie van werkwijzen goed bij een specifieke (praktijk)opdracht, bij het niveau van de opleiding en bij wat je echt individueel wilt toetsen past. Kijk ook naar het geheel binnen de betreffende periode, semester of het jaar. Hoe past deze onderwijseenheid binnen het geheel en hoe wordt daar getoetst en formatief geëvalueerd. Vergeet hierbij de uitvoerbaarheid voor de docenten niet uit het oog.

Je hebt geen garantie dat elke individuele student daadwerkelijk zijn bijdrage levert, ook al zet je een passende (combinatie van) in dit stuk beschreven werkwijzen in. De student is immers zelf verantwoordelijk voor zijn leerproces. Je neemt er vanuit jouw rol als docent dan wel optimaal verantwoordelijkheid voor om de student te stimuleren tot het nemen van zijn verantwoordelijkheid.

Bekijk als PDF